Hoe gaat het eigenlijke vangen van de eenden in zijn werk. Als eerste moet worden opgemerkt dat iedere kooiker zijn eigen manier ontwikkelt. Hoe zit de kooi in elkaar, wat is het gedrag van zijn makkestal, hoe reageert zijn hond, als hij een hond heeft. Daarnaast zijn er ook verschillen tussen zeekooien en veldkooien. Op deze pagina staat een uitleg van hoe het in zijn werk kan gaan op een veldkooi in Brabant of Gelderland.
Tegen het vallen van de avond verlaten de eenden van de vliegstal de kooi ( de avondvlucht) en gaan op zoek naar voedsel. Dat vinden ze op de plas-dras gebieden rond de kooi en in nabij gelegen rivieren en kreken. Daar ontmoeten ze de wilde soortgenoten en bij het ochtendgloren vrtrekt de vliegstal, met de wilde soorgenoten, naar de eendenkooi om in alle rust de dag door te brengen.
De kooiker komt in de ochtend, samen met zijn hond, naar de kooi en vult in het kooihuisje zijn voerzak. Hij heeft al bepaalt waar de wind van daan komt en welke vangpijp hij eventueel gaat gebruiken. Hij weet nog niet of er vangbare eenden op de kooiplas liggen.
Omzichtig loopt hij achter het blindscherm langs naar de vangpijp. Door het loergat (kijkgat) kijkt hij naar de kooiplas om te bepalen wat hij kan gaan vangen. Het hondje is in afwachting van instructies.De kooiker gooit over het scherm een handje voer aan het begin van de vangpijp en geeft de hond via handgebaren instructies.
Via het hondenluikje (foto rechts) stuurt hij zijn hond naar de rand van de kooiplas. De hond wordt opgemerkt door de makkestal, die snel dichterbij komt aangezien de verschijning van het hondje eten betekend.
Het hondje loopt zijn eerste rondje rond het eerste scherm en verdwijnt weer. De makkestal is al snel bij het voer en het hondje heeft de nieuwsgierigheid van de nieuwe eenden opgewekt en deze komen langzaam naar de ingang van de vangpijp waar de makkestal al volop aan het ontbijten is. Dan komt de hond weer te voorschijn, maar nu wat verder in de vangpijp en de nieuwsgierigheid van de nieuwe eenden en het voer wint het van de angst voor het onbekende.
De kooiker beweegt zich voorzichtig verder richting einde vangpijp en gooit steeds wat voer over het scherm in de vangpijp. Zorgend dat hij niet gezien wordt. Heel langzaam beweegt de makke stal zich samen met nieuwe eenden zich verder de vangpijp in.
Het tafereel herhaalt zich steeds verder van de kooiplas af. De hond maakt zijn rondjes steeds dichter bij het einde van de schermen.
Op het moment dat de meute de bocht in de vangpijp voorbij is komt de kooiker te voorschijn en vormt een barierre tussen eenden en de kooiplas de nieuwe eenden raken in paniek en komen op de vleugels en vliegen richting einde vangpijp. De makkestal eet rustig door en trekt zich weinig aan van het tumult verderop in de vangpijp.
De vangpijp wordt steeds lager en smaller en gaat over in het vanghokje. Zodra de eenden in het vanghokje zitten sluit de kooiker de klep.
Eenmaal in het vanghokje is het lot van de wilde eend bepaald. Is het voor de bout dan wordt de eend met de kooikergreep gedood. Maar gaat de kooiker vandaag voor het ringen dan wordt de eend voorzien van een ring en worden nog wat gegevens van de eend genoteerd en krijgt hij zijn vrijheid terug.