De makkestal is een groep eenden die het hele jaar door op de kooi verblijft en door de kooiker wordt gevoerd. De eenden zijn gewend aan de kooiker en zijn hond en vormen het kapitaal van de eendenkooi en staan aan het begin van het vangproces. De waarde van een makkestal komt ook naar voren in de vroegere pachtcontracten. Eén van de pacht voorwaarden was dat als de pachter/kooiker de kooi verliet hij teminste een honderdtal makke eenden achter liet.
De makkestal bestaat uit minimaal 60-120 makke eenden en dit aantal kan oplopen tot enkel honderden. De kooiker houdt de stal steeds op peil en doet dat door ieder voorjaar te zorgen voor nieuwe aanwas.
De makkestal wordt gevoerd in de vangpijp.
____________
De ‘oude’ eenden uit de stal broeden meestal in het kooibos of in de broedkorven die de kooiker rond de kooiplas plaatst. Zo kan hij goed in de gaten houden waar gebroed wordt en in welk stadium het broeden is. Op het moment dat de eieren uitkomen zorgt hij ervoor dat moeder en kinderen in het makhok komen.
Het makhok staat vaak dicht bij het kooihuisje zodat de jonge eenden direct wennen aan de aanwezigheid van kooiker en hond. De kooiker komt iedere dag naar de kooi om zijn eenden te voeren en voordat hij het eerste voer geeft fluit hij even, hieraan herkennen de eenden dat er gevoerd gaat worden (de Pavlof-methode). Het voer strooit hij op het water in de vangpijp. Hierdoor kennen deze eenden geen enkele vrees voor de vangpijp en zwemmen rustig in en uit.
Wanneer de jonge eenden vlliegvlug zijn, worden ze gekortwiekt zodat ze tot de volgende rui niet in staat zijn om te vliegen en zo die periode op de kooi blijven.
De taak van de makkestal is om de wilde eenden die gevangen kunnen worden te verleiden mee te gaan naar de vangpijp en daar langzaam maar zeker verder in te zwemmen. Zie het onderwerp ‘Het vangen’ voor informatie hoe dit in zijn werk gaat.
Kooiker Jan ten Klooster met de makkestal in januari 1940. Eendenkooi Oosterwold, Kampernieuwstad.