De kooier is de spil van de eendenkooi. Zijn vakbekwaamheid, vindingrijkheid en gedrevenheid maken of de eendenkooi rendabel kan zijn. Natuurlijk is hij afhankelijk van de hoeveelheid vangbare eenden die op zijn kooi komen. Maar zitten die op de kooiplas, dan zijn ze meestal voor hem. De andere voorwaarden, zoals rust, uitrusting en onderhoud moeten natuurlijk aanwezig zijn, maar hij is de baas van de kooi.
De kooiker bepaalt hoe de kooi eruit ziet, het is zijn ‘vingerafdruk’. De lengte en opbouw van de vangpijpen en de plaatsing van de schermen zijn hier een goed voorbeeld van.
Gaan we uit van het rogge-ei model, dan zijn de veir vangpijpen voor de vier windrichtingen. Soms besluit de kooiker echter dat door de ter plekke heersende winden een vangpijp af te sluiten (minder onderhoud) of de vangpijpen aan te passen waardoor er meerdere pijpen dezelfde richting aanwijzen. (zie illustraties linkerkolom)
Kooker op de eendenkooi Hofmansplaat in de Biesbosch (P. Reuser?)
______________
Bij natuurlijke kooiplassen zal hij bepalen wat de beste locaties zijn voor de vangpijpen.
De vroegere eendenkooien werden gebouwd van natuurlijke materialen, o.a. wilgen en essen hout en riet. Direct na de plaatsing in de kooi begon de veroudering en teruggang van de kwaliteit van de materialen. Dit betekende veel onderhoud aan de kooi. Het leven van de kooiker was zwaar. Het onderhoud van de kooi (het kooi maken) kost veel tijd en iedereen die wel eens op een eendenkooi is geweest kan dat beamen. Het onderhoud kan alleen plaatsvinden als de vliegstal niet op de kooiplas ligt en niet zit te dagdromen op de zeeting . . . . . . . . Deze periode loopt ongeveer van februari tot aan juli/augustus en wanneer de vliegstal op de aasplaatsen is, vanaf begin van de avond tot de vroege morgen, dus ’s nachts.
Als het vriest moet hij zorgen dat er een voldoende groot wak overblijft en als het sneeuwt, de netten op de vangpijpen kloppen zodat er geen sneeuw op blijft liggen. Met name natte sneeuw is heel zwaar en door dat gewicht kunnen de beugels breken hetgeen heel veel extra herstelwerk met zich meebrengt en de kans dat er na de dooi de vangpijp niet vangklaar is.
De kooiker moet iedere dag naar zijn kooi om zijn makke stal te voeren, voor onderhoud of om te vangen. Vaak was dat al een reis op zich omdat de meeste eendenkooien buiten de bebouwing liggen, niet via de weg bereikbaar waren en de kooiker zeer zelden op de kooi woonde.
Het maken van een wak met een speciale ijsbijl
__________
Veel werkzaamheden van de kooiker worden besproken bij de desbetreffend onderdel elders op de site.
Het vak van kooiker is door de eeuwen heen overgegaan van vader op zoon. Opgegroeid in een kooikers gezin weet hij hoe dat werkt en op jonge leeftijd ging in ieder geval de zoon (zonen) mee naar de kooi om te helpen bij het onderhoud. Het vak werd met de paplepel ingegoten.
Bekende kooikersgeslachten zijn o.a. Reuser, land van Maas en Waal, Kooijmans, al sinds de 17e eeuw een kooikersgeslacht in de Bommelerwaard en het land van Maas en Waal, fam Vroege en Streef in de Tielerwaard, fam. ten Klooster in Overijssel, fam. de Vaan en van de Water in Brabant en Kooistra in Friesland. We zijn er nog veel vergeten en van wie we het bestaan nog niet kennen, maar met uw hulp kunnen we de lijst met illustere kooikersgeslachten verder uitbreiden.