De bouw

Wie bouwden de eerste eendenkooien (vogelkoy)

De aanleg van een eendenkooi (vogelkooy) was een kostbare onderneming. Je had veel land nodig, ook rondom de kooi, en het graven van de plas en de vangpijpen was eerlijk handwerk. Het maken van de beugels voor de overkapping van de vangpijpen (kelen) en de daarbij behorende netten, de rietmatten die alles af moest schermen, was tijdrovend en kostte de nodige florijnen. Daarnaast was het vangen van watervogels (vogelarij) een Heerlijkheids recht, zodat dit alleen voor de heren van een Heerlijkheid was weggelegd en niet voor de ‘gewone man’.

De eerste aanwijzingen van het bestaan van eendenkooien vinden we dan ook terug in leenboeken. Hierin wordt aangegeven wie bepaalde gronden te leen kregen (Leenheer - Leenman) en naar wie het leen overging bij het overlijden van de leenman. Tot nu toe is de oudste aanwijzing van het bestaan van een kooi in Nederland die uit de gelderse leenboeken over een kooi in Acquoi. De kooi bestaat dan al en dus gebouwd voor 1453.

Drie kampen op de Koy, strekkend van de Acquoyse meer tot de prins (1470: in Balthasarshoeve), enerzijds: erven Filips van Deil, beneden: Otto van Malsen.
1453: Dirk Jansz., bastaard van Vuren, bij overdracht door Rudolf en Johan Bruinsz., broers, Leenhof Gelre 3 fol. 54v.

 

Bij de bouw van nieuwe kastelen en landhuizen werd soms plaats ingeruimd voor een eendenkooi en namen een voorname plaats in bij de plannen voor de aanleg van de tuinen rondom het huis. Vaak werden dit kooien met een hoge esthetische waarde. De kooi moest gezien worden, in tegenstelling tot de echte productie kooien die meestal in on-land lagenOntwerp eendenkooi

Met name in Engeland werd bij de aanleg van kooien sterk gelet op de uitstraling en was de kooi een vorm van laten zien hoe rijk en belangrijk je was. Rechts een ontwerp van Payne-Gallwey (The book of Duck Decoys)

In Nederland is dit op een aantal plaatsen ook gebeurd, maar het overgrote deel van de kooien werden uitsluitend gebouwd om efficient eenden te vangen en werd er gebruik gemaakt van materialen die bij de bouwplaats voorradig waren zoals riet en wilgenhout.

Ten zuiden van Groningen bij Haren zijn een aantal voorbeelden van de bouw van eendenkooien bij buitenplaatsen. De Glimmer eendenkooi maakte deel uit van de buitenplaats Huis te Glimmen, vlak daarbij lagen twee eendenkooien van buitenplaats Middelhorst (Boekje ‘Eenden en eiken’)

Hottinger kaart

 Kaart uit de  Hottinger atlas (1792), links Middelhorst en rechts Huis te Glimmen.

 

extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice