De vangpijp

Gelderse vangpijpDe vangpijp kent vele verschijningsvormen. Een ding hebben ze gelijk, een doodlopende sloot met aan het einde een vanghokje waarin de eend zijn einde vindt. Over de pijp ligt op beugels een net of gaas, zodat de eenden alleen de pijp in of uit kunnen vliegen, dit laatste komt wel voor, maar is niet de bedoeling van het vangen. De pijp uitgaan, vroeger toen er alleen voor de consumptie gevangen werd gold dit voor elke eend die hierin terecht kwam. Sinds er begonnen is met het ringen van eenden, verlaten deze levend de kooi en worden de gegevens van de ring, na een andere dood van een eend, gebruikt om te zien waar hij uiteindelijk zijn waterloo vond. Tegenwoordig worden bij het ringen ook andere gegevens van de eend opgenomen o.a. voor informatie over de vogelgriep. Zie voor meer informatie over het ringen de website van de kooikersvereniging.(www.kooikersvereniging.nl)

De verschillen in de vangpijpen worden bepaald door de regio waarin de kooi ligt. Zo kennen we het Friese model, het Gronings, het Gelders/Brabants model, het Hollands model en hiervan de nodige afgeleidingen en tussenvormen. De meest bekende mengvormen zijn het Texels model en het Terschellinger model. Daarnaast zijn er ook verschillen door inzichten en ervaringen van de kooiker. Men gaat ervan uit dat het Hollands model de basis is geweest voor alle andere vormen. Het Hollands model was vooral te vinden in Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland. Zover bekend zijn er geen originele Hollandse kooien meer, al komen de vangpijpen van de IJsselsteinse kooi het meest overeen met dit type.

Het formaat van de vangpijp verschilt ook behoorlijk, de opening van 4 tot 8 meter breed en 3 tot 4 meter hoog en een lengte van circa 20 tot soms wel 100 meter. Nagenoeg alle vangpijpen hebben een kromming zodat vanaf de kooiplas het laatste stukje van de pijp met het vanghokje (of fuik) niet zichtbaar is. Ook in de kromming zijn er grote verschillen, zo hebben de Gelders/Brabantse pijpen een zeer sterke kromming en de Friese en Overijsselse een flauwe kromming.

 

Het Overijssels modelOverijsselse vangpijp

Dit model lijkt wat op het Friese model, maar heeft over het algemeen wat langere pijpen. Aan 1 zijde staan kort schermen en de andere zijde is geheel gesloten, de hoogte van de pijp is over de gehele lengte gelijk. De pijp wordt afgedekt met horizontale balken en voorzien van netten of gaas, soms wat afgedekt met takken, waardoor het einde van de pijp oplicht. Aan het einde van de vangpijp bevindt zich de z.g. spiegel. De spiegel is gemaakt van een net of gaas en hangt aan het ‘dak’ van de vangpijp. De opgejaagde eend vliegt hier tegen aan en valt naar beneden, achter een scherm (de overval), waardoor  de ruimte te kort is om nog op te kunnen vliegen, de enige vluchtweg  voor de eend gaat richting vanghokje.

Het Friese model

Het Friese model lijkt sterk op die van Overijssel, maar kent toch ook opvallende verschillen. Friese vangpijpZo ontbreken bijna altijd de kortschermen en staan er aan beide zijden aaneengesloten schermen, met aan 1 zijde vlak voor het einde een deur. De pijp is over de gehele lengte evenhoog en voorzien van horizontale liggers waarop netten of gaas ligt. Doorgaans zijn de pijpen zeer kort, maximaal 30 meter, maar veelal korter. De kromming van de pijp is zeer flauw en ligt meer vooraan de pijp. Het Friese model kent ook de spiegel, zoals besproken bij het Overijssels model.De vangpijp wordt in het fries ook wel 'hurde' genoemd.

 

 

 

Het Gelders/Brabant model

De kooikers in Gelderland en Brabant hebben het zich met dit model extra moeilijk gemaakt met de lange vangpijpen en gebogen beugels. Gelderse vangpijpDe ingang van de vangpijp is meestal zeer breed en wordt daarna steeds smaller en lager. Aan de binnenzijde staat geen scherm, maar neemt het kooibos deze afschermende taak over. Aan de buitenzijde staan de kortschermen in een bepaalde hoek ten opzichte van de pijp (coulissen). Hierdoor kan de kooiker in de pijp kijken zonder door de eenden gezien te worden. De kromming in de pijp ligt vrij achterin en is erg scherp. De lengte van de pijp is meestal rond de 75 meter, maar er zijn ook langere te vinden. De vangpijp wordt in Brabant en Gelderland ook wel 'keel' genoemd.

 _______________

 

 

 

 

Inhoud

De bouw
De kooiplas
De vangpijp
Het kooibos
Het kooihuisje
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice