Randwijks Kooi

Introductie

Op de kadastertekening is geen kooi ingetekend. Uitsluitsel gaf de hoogtekaart, waarop de kooi duidelijk is te zien. Twee vangpijpen NO en twee ZW en zijn van het gelders type. In het bos zijn nog de restanten van de kooiplas en 1 vangpijp terug te vinden.

Geschiedenis

De kooi is gebouwd ver voor 1700 en was eertijds eigendom van de heer Jacob van Randwijk, Heer van Rossum, Beek, Heesselt en Gameren. Volgens getuige verklaringen is de kooi in 1707 nog in goede staat. (Rentmeester Frederik van Hauffelt en watermolenaar Claas Reijerse te Zuilichem). In 1721 bouwt van Randwijk een nieuwe molen. Dit is zo goed als zeker de  Delwijnsche watermolen, gelegen aande zuidzijde van de Bommelsch Wetering t.o. de Zuilichemsche watermolen (aan de noordkant van de wetering).

Pachter van de vogelkooi is Herbert Clop en deze claimt dat hij door de waterstand, na de bouw van de molen,  en achterstallig onderhoud aan de kooi niet in staat is om te kooien dus ook zijn pacht niet kan betalen. Jacob van Randwijk overlijdt in 1725 en zijn echtegenote, Anna Theodora van Lijnden, Douariere van de Hoogh Edele Welgeb. Heer Jacob van Randwijk neemt als ergenaam en boedelbeheerder de zaak over en daagt in 1730 Herbert Clop voor het gerecht. De eis is betaling van de achterstallige pacht en herstel van de kooi volgens de pachtcondities. Twee kooikers, tw Arien Ruijmschotel, kooiker te Gameren en Aert Arienz Sterk, kooiker te Zuilichem worden als getuigen opgeroepen en verklaren dat door het slechte onderhoud, met name ook het niet schoonhouden van de kooiplas en de keelen er niet gekooid kan worden (bequaem om te kunnen kooien). Op 30 mei 1730 doet het Hof utispraak en wordt Herbert Clop veroordeeld tot het betalen van de gerechtskosten en het in oude staat brengen van de Vogelkoij. (Regionaal Archief Rivierenland)

Het  is niet bekend of dit ook werkelijk is gebeurd. De toestand van de kooi is in 1795 dusdanig dat er geen registratie van de kooi plaatsvind.  Het relict is bij het maken van de eerste kadaster tekening (1811-1832) nog wel eigendom van de familie van Randwijk.

 

Kadaster (1811-1832)

 Aalst, sectie B, 1 blad, 53/54, De Polder
Reinder van Randwijk, rentenier, Nijmegen.
Weiland en bosch

 

 

 

Eendenkooien

Aalst
Voorste Kooike en het Kooike
De Kooy
De Oude Kooi-De Plas
De Kooi - Aalst
Randwijks Kooi
Eendenkooi Eendes
De Kooi - Wellsche Broek
De Oude Kooi
De Schutskooi
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice