Hoornaar
Introductie
Hoornaar omvat de polders Lage Giessen, Hoge Giessen, De Lutjes Waard en De Hoeken. Op Hoornaar lagen in 1551 volgens het ORA van Gorcum dertien kooien, van deze kooien is niets meer terug te vinden. Tussen 1552 en 1667 worden nog eens tien kooien beschreven, helaas is het onduidelijk of dit dezelfde kooien zijn als bij de eerste beschrijving. Aan de hand van de kadasterkaarten uit 1811-1832 zijn zeker elf locaties aan te wijzen als verkavelings voorbeeld van een vroegere eendenkooi.
Oud Rechtelijk Archief 1551
In de ORA uit 1551 van Gorcum en omstreken staat een opsomming van eigenaren van vogelkooijen verzameld onder het RA nummer 128 en de folienummers 429, 430 en 431. Een dergelijke opsomming is niet bekend van andere ORA's. In 1550 vaardigde Karel V en Plakkaat uit dat de bouw en spreiding van moest regulieren. De aanwas van kooien in sommige gebieden in Holland was dusdanig dat er een grote concurentie tussen de kooien was ontstaan. Men moest voor de bouw van een nieuwe kooi octrooi (vergunning) aanvragen. Waarschijnlijk was de kooidichtheid rond Hoornaar dusdanig dat de plaatselijke autoriteiten besloten om een overzicht te maken van de reeds functionerende kooien. De lijst geeft een aardig inzicht in de situatie rond Hoornaar. Op de lijst komt ook voor Adriaen Petersz van Hoornaar die een vogelkoij heeft op Blokland en deze al 26 jaar bezit.
