De kooi lag tot de aanleg van de spoorlijn in Driel, daarna kwam alle grond ten westen van de lijn bij Hedel, waardoor het lastig is de juiste informatie te vinden. Toch is er wel het een en ander bekend over de laatste periode van het bestaan van de kooi.
De eerste registratie van deze kooi is van C. (Coenraad) van de Laar. Deze registratie geldt ook voor een kooi Driel 2. Er is dan wat onduidelijkheid over de juiste registratie, omdat er ook een is op naam van N. van de Laar. In beide gevallen gaat het over twee kooien, Hedel en Driel. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het om Driel 2 gaat, die vlakbij deze kooi ligt. De kooi staat in het kadaster onder de naam Coenraad van de Laar, kastelein te Driel. Moeras, vogelkooi, kooihuis en bosch.
De registratie loopt door tot 1854, daarna dus onzeker, maar uiteindelijk loopt de spoorlijn Utrecht/’s-Hertogenbosch dwars over de kooi. (Kaart 568-1895). In 1867 wordt bij vonnis van de Regtbank van Tiel de commissie benoemd die het schade bedrag moet gaan bepalen voor het onteigenen van de kooi t.b.v. de aanleg van de spoorlijn Utrecht - 's Hertogenbosch. Uiteindelijk wordt het vonnis gewezen en ontvangt Martinus van de Laar (zoon van Coenraad) een schadeveroeding.
1814, 1819
C. van de Laar
1824, 1829, 1834, 1839, 1844
C. van de Laar
1849
M. van de Laar