Een steeds terugkerende vraag is ‘Hoeveel eendenkooien zijn er in Nederland actief geweest’. De eerst volgende vraag moet dan zijn ‘Wat is een eendenkooi’ en aan welke vorm denken we dan, is dit een kooiplas met 4 vangpijpen, een rivierkooi, een buitenpijp, een huispijp, een boerenpijp, een hurde, een horde, een drift etc.
Gerard Mast geeft in zijn boek ‘Eendenkooien in Fryslân’ een opsomming van namen die staan voor een eendenkooi (Hoofdstuk 6 - Deel 1).
Ik ga ervan uit dat een vangpijp met beugels, bedekt met netten en aan het einde een fuik of vanghokje staat voor een eendenkooi.Voor alle duidelijkheid, de genoemde aantallen zijn allemaal bij benadering. Veel onderzoek moet nog worden gedaan en dagelijks komen er nieuwe ontdekkingen bij. De grootste belemmering in het onderzoek is dat informatie over de kooien in duizenden verschillende aktes en talrijke archieven gezocht moet worden. Soms geeft een oude kaart wat informatie, maar het blijft een zaak van langdurig spitten.
Een groot aantal eendenkooien in vele uitvoeringen op de Gorzen van Dubbeldam . (NL-HaNa-4. VTH-2185. 2 mei 1635, Johan Symonsz in der Velde en PMC Ingevelt)
De provincies op een rijtje
Fryslân
De eerste provincie is Fryslân. Gerard Mast heeft in zijn zeer lange periode van onderzoek en die nog steeds niet is gestopt de teller op 434 staan en tijdens de jaarvergadering gaf hij aan dat er inmiddels weer een aantal waren bijgekomen. In zijn werk ‘Eendenkooien in Fryslân’ worden de gevonden kooien beschreven.
Groningen
In Groningen heeft Johan van Klinken onderzoek gedaan naar het voorkomen van eendenkooien in deze provincie. De resultaten daarvan zijn te vinden in het boek ‘Vogels van Groningen’ (Boekema, Glas en Hulscher 1983). Hierin worden 50 locaties besproken waar naar alle waarschijnlijkheid eendenkooien hebben gelegen. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk nog wat hoger.
Drenthe
De heer J. Wieringa heeft jaren geleden een eerste aanzet gedaan op basis van veldnamen. Later heeft H.M. Luning een verder onderzoek gedaan en kwam uiteindelijk uit op 160 kooien. Zijn onderzoek is gepubliceerd in de Volksalmanak uit 2003 van de Drents Historische Vereniging, uitgave Uitgeverij van Gorcum, Assen.
Overijssel
De aantallen voor Overijssel zijn als volgt samengesteld, waarbij aangetekend dat er nog onderzoek plaatsvind.
Staphorst/Rouwveen, 18 omschrijvingen in het boekje van burgemeester F.A . Ebbinge Wubben uit 1850. Gerard Mast, De kooien van Kampereiland 26 kooien. Overige kooien via eigen onderzoek. Totaal circa 88.
Gelderland
Eigen onderzoek heeft tot nu toe 176 locaties opgeleverd. Ook dit onderzoek loopt nog.
Utrecht
Uit het onderzoek van Désiré Karelse, ‘Vierhonderd jaar eendenkooien in het westen van Utrecht’ komen 127 locaties te voorschijn. Uit eigen onderzoek en het artikel van Erik Walsmit, ‘De eendenkooien van Eemland’ zijn 16 locaties gekomen, maakt het aantal van Utrecht 143.
Noord-Brabant
Eigen onderzoek en bijdrages van Rut Stokman en H.M. van Helvoort samen circa 74. Inmiddels is onderzoek gestart naar kooien in de voormalige Groote of Hollandsche Waard (toen Zuid-Holland) hetgeen 64 locaties opleverde.
Zuid-Holland
Het onderzoek naar de kooien in Zuid-Holland is nog in volle gang, met name het grote aantal in de Albrasserwaard (circa 190) en de overstroomde gebieden aan de kant van Dordrecht hebben het aantal sterk doen toenemen.. De teller staat op 490.
Noord-Holland
De gegevens komen van de Historische Vereniging Wieringen, aanvullingen van Kees Jaap Hartingh (Texel) en uit eigen onderzoek. Totaal 65 kooien
Zeeland
Onderzoek in Zeeland heeft geresulteerd in een achttal kooien.
Limburg
In Limburg is nog geen gericht onderzoek gedaan, maar zijn al wel een viertal locaties bekend. Deze liggen voornamelijk bij landhuizen/kastelen.
Uiteindelijk blijft op dit moment de teller staan op 1757 met daarbij dus de aantekening dat dit aantal nog wel verder op kan lopen.
_________________________________