Biersche Cooy (C)

Geschiedenis

De eerste bekende vermelding is uit circa 1630 in het kaartboek van het Kapittel van St. Jan te Utrecht. (Utrechts Archief, inv 220, 3.3 Landerijen van het Kapittel, 328, kaart 103)
Op de kaart is te zien een aantal stukken land bij de ‘Bisscobs Wateringe’ en de ‘Swarte Caede’, tegenwoordig de Bisschops Wetering en de Platteweg. De kooi is aangeven met 1 vangpijp, maar is waarschijnlijk meer als symbool voor een eendenkooi. Uit andere bronnen, o.a. AHN, is duidelijk een Rogge-ei model te zien. Het is niet bekend wie de kaart heeft getekend, omdat de tekeningen in het boek zijn gemaakt door een groep van 17 landmeters/tekenaars. Het land en de kooi worden gepacht door de weduwe Claesz Jansz

.

In 1694 is Anna Toll, de weduwe van Cornelis de Weert de eigenaar van deze kooi en het bijliggend campje. De omschrijving is dan al ‘een vervallen kooitje’. Het ziet ernaar uit dat het verval van de kooi gestaag door gaat. In 1739 is er nog steeds sprake van een vervallen kooi. Bij het overlijden van Johannes Wilhelmus Weert en zijn broer Emanuel (wonend in Alkmaar), in 1772, wordt er al niet meer gesproken over een kooi, maar over een kampje, als de kinderen van Johannes de erfgenamen blijken te zijn. 

Kadaster 1811-1832

Buurmalsen, sectie A, 2e blad, 135/136/137, Regulieren

 

extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice